Onrust in Overvecht
In Utrecht Overvecht heeft een confrontatie plaatsgevonden tussen twee rivaliserende groepen. Het betrof zo’n acht individuen, waar onder een aantal minderjarigen. Zodra er een paar het met elkaar aan de stok krijgen trekt het anderen aan die zich ook in het gevecht mengen. Ze hitsen elkaar op. De onrust speelde zich af aan de rand van Park de Gagel, in de buurt van de terrastuin. Bij de ongeregeldheden is één licht gewonde gevallen die na controle weer terug kon naar zijn vrienden.
De aanleiding van de ruzie is onduidelijk. Mogelijk betreft het een gevecht om territorium, of het verdedigen van een nest [1].
Op dat moment ben ik in Park de Gagel om te observeren welke vogels de bessen eten van de Berberis japonica struik. Achter de haagbeuk hoor ik een hoop tumult. Boven de haag uit vliegen berkenzaden in het rond. “Ze vechten weer eens om eetbaar afval” is mijn eerste gedachte en ik vestig mijn aandacht weer op de stekelige struiken die ik in de gaten wil houden. Maar de heisa houdt aan.
Als ik mijn post verlaat om te gaan kijken zie ik een indrukwekkend schouwspel: Twee kraaien hebben het voorzien op een ekster. Het gaat er hard aan toe. De ekster is inmiddels gehavend door het gevecht. Over mijn hoofd komen luidkeels krijsend ekster-hulptroepen aanvliegen. Ze proberen hun soortgenoot te redden die door de kraaien tegen de grond is gewerkt en hard wordt gepikt.
Het gevecht wordt verstoord door langslopende wandelaars. De vogels vliegen op maar die ene ekster blijft liggen. Een van de wandelaars geeft het dier een por met haar voet. Hij reageert niet maar rolt van het wandelpad af het gras in.
Het gekrijs van z’n vrienden boven in de bomen gaat door merg en been. Er gaat een rilling door me heen. Dit zijn vogels die hun spiegelbeeld kunnen herkennen, die een intelligentie hebben vergelijkbaar met een kleuter (sommigen zeggen zelfs als een zevenjarig kind), die elkaar helpen. Die verdienen alleen maar liefde en respect.
Als de wandelaars zijn gepasseerd komen de eksters terug. Ze schreeuwen tegen hun maatje en porren hem één voor één met hun snavel om hem te weer actief te krijgen. Ze wippen hem omhoog met een zwaai van hun kop maar hij valt steeds weer slapjes neer. Ze blijven nog een tijdje rondstappen bij hun vriend. Ze kijken naar hem. Het lijkt echt alsof ze afscheid nemen. Dan vliegen ze weg.
Veel tijd om na te denken heb ik niet. Onnodig een vogel redden moet voorkomen worden maar op de achtergrond hoor ik de krassende kraaien naderen. Ook lopen hier honden los. De ekster leeft maar kan verder niks. Ik neem hem in m’n armen en ga op weg naar huis.
Wat nu? Het is avond. De vogelopvang in Utrecht is nu dicht. Heb ik wel een doosje thuis? Als hij pas morgen naar de opvang kan, moet ik hem dan misschien toch wat water en eten geven?
Terwijl ik zo loop te peinzen begint de Ekster geluiden te maken. Er komt wat beweging in zijn lijf. Na nog eens vijf minuten krijgt hij zowaar praatjes en begint te roepen zoals alleen eksters dat kunnen. Wat een goed nieuws! Ik controleer of hij niet al te gewond is. Check de vleugels en staart en of er verwondingen te zien zijn. Zo op het oog lijkt alles in orde dus ik besluit om hem weer terug te brengen.
Als ik de plaats delict nader is er geen kraai meer te bekennen. Ik laat mijn patiënt los. Weer hoor ik luidkeels de andere eksters krijsen. Geen strijdkreten dit keer, maar aanmoedigingen lijkt het wel: “kom op, je kan het!” terwijl het slachtoffer nog wat onbeholpen rond hupt richting de weg. Er komt een motor aan. Even maak ik me zorgen dat het toch nog slecht gaat aflopen, maar dan vliegt hij weg over flats, zijn vrienden achter hem aan.
[1] Tekst gebaseerd op de berichten in het AD en van de NOS over ongeregeldheden in de wijk Overvecht begin mei 2024