Sinds ik als jochie van 12 een Draaihals zag in de Oostvaardersplassen (die was op doortrek) is het mijn favoriete vogelsoort. Wat me specifiek aanspreekt is moeilijk in woorden te vatten. Het is een soort die tot de verbeelding spreekt: het is een spechtensoort, ze lijken schubben te hebben in plaats van veren, ze kunnen hun nek 180 graden draaien, je ziet ze bijna nooit, de baltsroep heeft iets melancholisch, de wetenschappelijke naam is echt stoer (Jynx Torquilla). Het zal de combinatie wel zijn waarom de Draaihals voor mij (en met mij veel andere vogelaars) iets extra’s heeft. 


In 2018 vond ik een nest van deze prachtige vogels. Daar heb ik ook filmpjes van gemaakt. Kijk snel op mijn YouTube kanaal. En als je daar toch bent abonneer je dan op mijn kanaal.

Draaihals zeldzame vogel bij nest Veluwe

Eén van de volwassen Draaihalzen bij het nest. Je ziet één van de twee jongen in de nestopening. Prachtig! Ik heb een artikel geschreven over deze belevenis. Dat kun je hier als artikel downloaden. Of lees het hieronder. 


UNIEKE BELEVENIS MET MIJN FAVORIETE VOGEL: DE DRAAIHALS

Sinds ik als jochie van 12 een Draaihals zag in de Oostvaardersplassen (die was op doortrek) is het mijn favoriete vogelsoort. Ik weet zelfs de datum nog. Het was op zaterdag 11 mei 1991. Wat me specifiek aansprak en aanspreekt is moeilijk in woorden te vatten. Het is een soort die tot de verbeelding spreekt: het is een spechtensoort, ze lijken schubben te hebben in plaats van veren, ze kunnen hun nek 180 graden draaien, je ziet ze bijna nooit, de baltsroep heeft iets melancholisch, de wetenschappelijke naam is echt stoer (Jynx Torquilla). Het zal de combinatie wel zijn waarom de Draaihals voor mij (en met mij veel andere vogelaars) iets extra’s heeft.

null
 Het is al jaren mijn wens nummer één (op vogelgebied dan) om een nest te vinden van deze onopvallende vogel. Dat was eerst een sluimerende wens, misschien ken je dat (“het lijkt me wel eens leuk om….”). Maar de laatste jaren is het echt bovenaan mijn wensenlijst komen te staan, met stip! Elk voorjaar, zo rond de eerste vinkenslag in februari, begint het bij mij te kriebelen: Draaihalzenkoorts. Vandaar dat ik de laatste jaren in het voorjaar vaak op pad ga om Draaihalzen in potentiële broedgebieden te vinden. Vorig jaar had ik op mijn trouwdag mijn tot dan toe mooiste Draaihals ervaring, met op minimaal drie plekken roepende vogels (op één plek zelfs een paartje), een recordaantal Draaihalzen op één dag voor mij. Maar dit jaar nam ik me al vroeg voor om nu eindelijk een nest te vinden. Eind april en begin mei zag en hoorde ik in een bepaald gebied een Draaihals, maar een territorium is nog geen broedgeval, laat staan een nest. Een andere aanpak was nodig. Ook omdat ik mijn tijd tactisch moet indelen (ik tel zelf Draaihalzen in een ander gebied, ik coördineer een nestkastenproject met zo’n 160 nestkasten op begraafplaats Rusthof in Amersfoort, ben druk met het geven van vogelexcursies, workshops en andere activiteiten vanuit mijn eigen bedrijf Vogelwachter Adriaan en werk mee aan een Kerkuilenproject (o ja, ik heb ook nog een gezin).                                                           

Daarom besloot ik de Draaihalzen de Draaihalzen te laten, zodat ik me kon focussen op het vinden van bedelende jongen in het nest eind juni. Uit mijn eigen berekeningen (een publicatie van Rob Bijlsma over de Drentse Draaihalzen hielp me daar goed bij, zie website van SOVON) kwam ik tot de conclusie dat eind juni een mooie tijd was om te gaan zoeken. Op woensdag 27 juni nam ik een dag vrij en ’s ochtends vroeg was ik in het gebied. Het begon goed met een roepende Zwarte Specht en (superbizar) een IJsvogel die op een meter hoogte over de hei kwam aanvliegen en strak door vloog, een halve meter boven het bos. Nog geen Draaihalzen, maar mijn dag kon al niet meer stuk. Ik had nog wat plekken bepaald waar ik wilde gaan zoeken en bij de eerstvolgende moest ik mezelf echt even knijpen. In een boom hoorde ik de bedelroep van een jonge Draaihals!!! Dit geluid is bij weinig mensen bekend. Het heeft iets weg van een Vuurgoudhaan, alleen dan minstens twee keer zo snel. Dat geluid hoorde ik dus. Alleen was er een probleem ;-). Want in een volgende boom hoorde ik hetzelfde geluid. En van een andere kant kwam nog een keer dit geluid. Dat kon maar één ding betekenen: dit waren jongen die net waren uitgevlogen. Daar werd deze Vogelwachter helemaal lyrisch van, dit was echt fantastisch! Met een hartslag die in één seconde steeg van 55 naar 85 BPM (ik had mijn Fitbit om) lukte het me om een jong te filmen. Supervet! Na een tijdje kwam één van de ouders voeren. De ouders zaten regelmatig uitgebreid te zoeken naar voedsel op dode berken, ze waren echt heel goed te zien. Ik heb er leuke opnames van kunnen maken. Als je geen vogelaar bent dan is het misschien moeilijk te begrijpen wat een bepaalde vogel met je kan doen. Het is echt een euforisch gevoel. Je kunt het vergelijken als wat er gebeurt als Nederland scoort op het WK (weet je nog, dat gebeurde vroeger wel eens), of als je het poollicht ziet of wanneer je hoort dat je geslaagd bent voor je rijexamen. Zoiets. Nu zijn de meeste vogelaars zo dat ze hun vondsten het liefst met anderen delen, ik heb dat ook. Alleen daar had ik een dilemma. Het is een prachtig gebied, met veel bijzondere flora en fauna. Het bekend maken van een dergelijke vondst kan hordes vogelaars en fotografen op de been brengen. Nu is dat op de Maasvlakte niet zo’n probleem. Maar in dit kwetsbare gebied is dat toch een ander verhaal. Daarom heb ik er voor gekozen om maar een paar mensen in te lichten. Mensen die ik ken en van wie ik weet dat ze er op een goede manier mee om gaan. Er kwam toevallig een andere vogelaar aanlopen en hij bleek ook de Draaihals als één van zijn favoriete vogels te hebben. Toch leuk om zo’n moment te delen. We konden de Draaihalzen samen goed bekijken. Ook in en bij een holte, waarvan we aannamen dat het het oude nest was waar ze nog even in gingen kijken of er toevallig een jong achtergebleven was.

Ik besloot om mijn waarneming van deze Draaihalzenfamilie te delen met een handjevol mensen, van wie er één meteen alles liet vallen en ook naar het gebied kwam. Dat was tegen de middag. Toen waren de vogels alleen een stuk minder goed te zien, wat een beetje een domper was. Het was wel leuk, maar niet helemaal bevredigend. Maar goed, je kunt niet alles hebben. Vogels laten zich niet regisseren/voorspellen bleek maar weer. Dat maakt vogels kijken zo leuk en soms zo frustrerend. Uiteindelijk heb ik die dag met zekerheid 3 jongen gezien en de 2 ouders. 5 Draaihalzen op één dag dus! Er zaten er waarschijnlijk meer, maar ze waren lastig te tellen. Meestal hebben Draaihalzen tussen de 6 en 10 jongen. Echt een supermooie vondst. Maar dat is nog steeds geen nest. Thuisgekomen bekeek ik de beelden die ik had gemaakt. Er zaten leuke beelden tussen. Maar mijn hartslag ging pas echt omhoog (Fitbit had ik helaas niet om, maar hoog was het zeker!) toen ik het stukje bekeek dat ik gefilmd had van de Draaihalzen die bij de boomholte op een tak zaten. Want wat zag ik tot mijn grote vreugde? Een paring!

Niet helemaal scherp, maar wel duidelijk in beeld. Nu zijn er vogelaars die vinden dat een paring het mooiste is om te zien bij vogels. Ik hoor daar niet echt bij, ik vind dat ook vogels recht hebben op hun privacy op intieme momenten. Maar uniek was het wel. Want dat kon betekenen dat er niet alleen sprake was van één broedgeval, maar misschien zelfs van een tweede leg van hetzelfde paar. Dus toch nog kans op het vinden van een nest! Dat zou cool zijn!


Op 27 juni was ik dus getuige van een paring. Om te weten wanneer er jongen zouden kunnen zijn moest ik dus een nieuwe berekening maken: broedduur 11-14 dagen, nestjongenperiode 20-25 dagen. Stel dat ze na het paren bijna meteen zouden beginnen met broeden, dan zouden de jongen tussen 9 juli en 12 juli uit het ei kruipen. Uitvliegen zou dan tussen 29 juli en 6 augustus zijn. Maar iets later zou dus ook kunnen als het broeden later begonnen is. Anyway, op zondagavond 22 juli ging ik op mijn missie om een nest te vinden. Verschillende mensen die ik had gesproken hadden mijn verwachtingen proberen te temperen, maar tevergeefs. Ik ging een Draaihalzennest vinden, daar was ik van overtuigd. De avond begon goed met een kleine bonte specht die op een dode berk lekker zat te hakken. Iets verderop hoorde en zag ik een groene specht. Aangekomen bij de plek waar het allemaal moest gebeuren, geen Draaihals. Gelukkig is het altijd goed toeven in het gebied, ik zag Grote Bonte Spechten, Putters, Boompiepers, Gekraagde Roodstaarten, hoorde een Zwarte Specht. Niks mis mee. Maar toen ik vanuit mijn ooghoeken een KBV (een Kleine Bruine Vogel, want de Draaihals is veel kleiner dan de meeste mensen denken, meestal wordt gedacht aan de grootte van een Grote Bonte Specht) naar DE boomholte zag vliegen ging mijn hartslag weer omhoog! Zou het dan echt? De vogel was in de boomholte verdwenen, dus ik moest even geduld hebben. Nou heb ik dat normaal gesproken niet echt, maar voor Draaihalzen maak ik graag een uitzondering. Gelukkig duurde het niet lang en na een minuut (die een uur leek te duren) stak de Draaihals zijn of haar kop uit het nest. WAUWWAUWWAUWWAUWWAUW……… Dat was zo ongeveer wat ik toen dacht en zachtjes riep. Een nest van een Draaihals ontdekt!!! De adrenaline gierde door mijn aderen. Echt FANTASTISCH!!! Ik heb er best aardige filmpjes van kunnen maken. Van afstand door de telescoop (dat heet digiscopen, een andere keer meer daarover). Wel af en toe met wat tegenlicht, maar dat mocht de pret niet drukken.


De boomholte was zoals gezegd goed te zien vanaf het pad. Van een afstand kon ik de vogels goed volgen en filmen. Met mijn zelfgefabriceerde adapter lukte dat best goed. De Draaihalzen waren niet schuw, ze waren wel op hun hoede, alert. Mijn ervaring met Draaihalzen is dat ze vooral teruggetrokken leven, onopvallend. Behalve als ze hun roep laten horen. Al is het dan nog een hele kunst om ze te zien. Maar als ze eenmaal een nest hebben of jongen die net uit het ei zijn gekropen en je weet dat te vinden, dan kun je ze goed zien. De ontdekking van de Draaihals was op 22 juli om 18:57u en in het uur daarna waren er 4 voedseltransporten, met tussenpozen van 6 tot 20 minuten. De volgende ochtend was ik uiteraard weer ter plekke en zag ik de ouders regelmatig voeren, met wat langere tussenpozen. Op 25 juli om 12:00u filmde ik het afvoeren van ontlasting door één van de ouders. Op 26 juli in de ochtend duurde het tot 8:30u dat één van de ouders op de bekende kale tak zat met een snavel vol voedsel. Daarna vlogen ze frequenter heen en weer. Het voedsel bestond voor zover ik kon zien vooral uit mieren en miereneitjes. Wat opviel (maar tegelijkertijd logisch is) was dat de voedselvluchten in het begin minder waren. Er zat vaak wel een half uur tussen. Naarmate de tijd vorderde werd de frequentie van het voeren hoger. Wat grappig was om te zien was dat de vogels een vaste aanvliegroute hadden. Ze kwamen met een bek vol voer op een kale tak zitten, een meter of 20 van het nest. Ze leken dan soms net een papegaaiduiker, omdat ze hun snavel zo vol hadden. Vanaf daar vlogen ze naar het nest, zodra ze hadden geconstateerd dat de kust veilig was.

Ik vormde ook geen bedreiging blijkbaar, want ze trokken zich niks van me aan. Ik bleef ook op het pad, want daar vandaan waren ze goed te volgen, zonder te storen. Als de jongen klein zijn dan zijn ze niet te horen. Maar als ze wat ouder zijn dan kun je ook de bedelroep horen. Ik hoorde de jongen voor het eerst bedelen op vrijdagavond 27 juli. De andere vogelaar (die ik ontmoette op 27 juni) en ik hadden afgesproken dat we elkaar op de hoogte zouden houden van de vorderingen. Op 31 juli ’s ochtends zag ik de ouders nog wel de holte ingaan en voeren met tussenpozen van 5 tot 10 minuten, al kwam het ook voor dat er 25 minuten tussen zaten. Later die dag merkte de andere vogelaar dat de ouders niet meer steeds het nest in vlogen. Een teken dat de jongen groter werden. En dat zou betekenen dat de jongen zichtbaar zouden kunnen zijn.

Zoals gezegd was de bedelroep voor het eerst te horen op vrijdagavond 27 juli. Op 31 juli ’s ochtends zag ik de ouders nog wel de holte ingaan en voeren met tussenpozen van 5 tot 10 minuten, al kwam het ook voor dat er 25 minuten tussen zaten. De andere vogelaar meldde mij later die dag dat de ouders niet meer steeds de nestholte in gingen. Een teken dat de jongen groter werden.


En dat bleek ook zo te zijn. Want de jongen waren daarna te zien. Erg leuk was dat de jongen soms vliegen vingen met hun lange tong. Mooi ook om te zien was dat de ouders na het voeren vaak op de tak naast de nestholte gingen zitten en de tong dan soms helemaal uitrolden. Echt bijzonder om te zien die tong, een echte spechtentong is het. Ik heb trouwens gelezen dat de spechtentong over de schedel heen loopt. Dat moet ook wel, je moet zo’n lange tong ergens kwijt :-). De meest actieve periodes wat voeren betreft die we hebben geconstateerd waren ’s ochtends en ’s avonds. Vooral in de middag leken er, waarschijnlijk door de warmte, minder voedseltransporten te zijn. Bij andere spechtensoorten (en ook andere vogels trouwens) is het gebruikelijk dat de jongen in de laatste week van de nestperiode luidruchtiger zijn en steeds harder beginnen te bedelen. Dat doen ze dan met de kop uit de nestholte. Zo ook bij deze Draaihalzen. Ik heb hierdoor de jongen én de oudervogels prachtig kunnen filmen.

Met de zon in de rug en van een afstand waarbij de vogels niet gestoord worden. Want het belang van de vogels gaat uiteraard voor op mijn wens om mooie beelden te maken. Maar de vogels trokken zich niets aan van hun bescheiden fanclub op het pad :-). Wat een fascinerende vogels zijn het toch! Hoeveel jongen er uiteindelijk in het nest zaten wisten we niet. Wel constateerden we dat er minimaal twee jongen waren. Dat werd duidelijk toen één van de jongen de kop uit de holte stak en uit het nest het bedelgeluid van een ander jong kwam. Maar hoeveel zouden het er zijn en zouden de jongen gezond en wel uitvliegen? Op zondagochtend 5 augustus was ik er weer voor dag en dauw, samen met één van mijn Draaihalzenmaatjes. We zagen vlak na zonsopkomst één van de ouders de kop uit het nest steken. De andere vogel liet zich in de buurt één keer kort horen. Na een paar minuten vloog de vogel die in het nest had overnacht (het zal de moeder wel geweest zijn, die willen bij mensen meestal de kleintjes zo dicht mogelijk bij zich houden, laten we dat bij Draaihalzen ook maar aannemen ;-)) het nest uit naar een boom vlakbij (de boom waar ze op landen bij de voedselvluchten) en ging daar foerageren. Mijn Draaihalzenmaatje kon deze vogel prachtig zien en dat was mooi, want tot die dag had hij de Draaihals alleen op zijn vakantieadres gezien op alle foto’s en filmpjes waarmee ik hem spamde. Na een tijdje begonnen de jongen te bedelen en ze staken om beurten de kop uit de nestholte om te kijken waar pa en ma bleven. Maar wat vreemd was: ze kwamen maar niet. En dat was echt anders dan de dagen daarvoor. De jongen gingen steeds verder met hun kop uit het nest, ze hadden honger! Eén vogel kukelde zelfs even uit het nest, maar klom snel weer terug. Prachtig om te zien. Pa en ma Draaihals vonden blijkbaar dat het tijd was dat de jongen de vleugels uit zouden slaan. En om 9:32u vond één van de jongen dat ook, want de vogel vloog uit. Dat was echt een magisch moment om mee te maken. En helemaal cool dat ik het ook nog heb kunnen vastleggen op film! De vogel ging in een boom naast de nestboom zitten en bedelde er lustig op los. Om 10:01u kwam toch één van de ouders met voer aangevlogen en voerde het jong dat nog in het nest zat. Het andere jong fladderde snel terug naar de nestboom en zat een tijdje samen met de oudervogel op de tak naast het nest. Na een paar minuten vloog de oudervogel weg en het uitgevlogen jong fladderde er achteraan. Toen hield het andere jong het ook voor gezien: om 10:33u koos hij of zij ook eieren voor zijn/haar geld en vloog de wijde wereld in. De jongen zaten het uur daarna nog steeds in de bomen rond de nestboom, maar de ouders lieten zich niet meer zien. Twee jongen is voor Draaihalzen niet veel, maar een tweede legsel komt minder vaak voor. In totaal hebben deze twee Draaihalzen voor minimaal 5 (en waarschijnlijk meer) nakomelingen gezorgd dit jaar. Een prachtige prestatie, chapeau voor deze Jynxen Torquilla!

Na het uitvliegen informeerde ik mijn Draaihalzenmaatjes en voldaan ging ik huiswaarts.

Draaihals jong net uitgevlogen

Echt bijzonder dat ik dit allemaal heb kunnen volgen en vast kunnen leggen, van de paring tot en met het uitvliegen. Ook mooi om zo’n moment te kunnen delen met andere liefhebbers. En door de beelden en foto’s ook met de rest van de wereld. Ik ben nog steeds superblij dat ik dit nest heb gevonden. Ik heb mijn favoriete vogels zó ontzettend mooi gezien. Vooral toen de jongen wat ouder waren en in de nestopening zaten te bedelen. En als ze gevoerd werden, dat was echt een feest. Het rollen van de tong, het vangen van een vlieg door één van de jongen met de tong, de paring en het uitvliegen. Ik heb alles voor eeuwig in mijn geheugen. Een grote wens is vervuld, mijn Draaihalzenhonger is voor even gestild. Al kan ik niet wachten tot volgend jaar, dan hoop ik in mijn “eigen” gebied ook Draaihalzen te vinden. En ik wil graag het echte draaien met de nek graag een keer goed zien. Dit smaakt naar meer! Ik wil jou als lezer en kijker ontzettend bedanken voor het lezen en kijken en tot de volgende keer! O ja, als je het leuk vindt om een keer met mij op pad te gaan, kijk dan even op mijn website bij het onderdeel vogelexcursies (https://vogelwachteradriaan.nl/excursies). 

Bedankt voor het lezen en ik hoop je een keer te zien tijdens één van mijn activiteiten! Kijk daarvoor even op mijn website https://vogelwachteradriaan.nl. 

Met Gevleugelde Groeten,
 Adriaan Sleeuwenhoek

Vogelwachter Adriaan

Telefoon 06-36086816

E-mail info@vogelwachteradriaan.nl