De regen klettert onafgebroken tegen de ramen. Geen dag om op pad te gaan om vogels te kijken en foto’s te maken.
Ik voel me opgesloten want ik wil er juist op uit.
Waarneming.nl zegt dat 250 Kramsvogels zijn gezien in de Lieve Vrouwenpolder (Zuid-Holland), 120 in Goederede en ook wat dichter bij huis zijn er flinke aantallen gezien.
Het is overduidelijk. De tijd is begonnen dat ze in grote groepen over ons land trekken op weg naar het zuiden. Dat wil ik niet missen.
– tjak-tjak-tjak –
Nog voordat de bladeren verkleuren kondigt het onmiskenbare geluid van overtrekkende Kramsvogels de herfst aan. De meesten vliegen door, dus in oktober en vooral november heb je de meeste kans om ze te zien. Inmiddels kan ik ze goed herkennen aan hun trage rechte vlucht en hun bollige lijster-uiterlijk, met een wat lange staart en grijze stuit.
Er zijn ook best wel wat overwinteraars. Tijdens mijn wandelingen in de polder zie ik ze in de weilanden zoeken naar eten. Ze pikken in de grond, eten wormen en insecten, maar ze houden ook van fruit en bessen. Ze hippen wat rond en staan dan weer een tijdje stil, alsof ze even bevriezen. Dat zijn de momenten dat je goed hun verenkleed kan bekijken. Ze hebben een grijs koppie, een lichte buik en een bruine rug. Als ze stil rechtop zitten laten ze vaak hun vleugels wat hangen.
Tussen de Kramsvogels scharrelen ook Koperwieken. Ze vallen op door hun koper-oranje gekleurde flanken. Als ze even opvliegen is de oranje kleuring nog duidelijker te zien. In tegenstelling tot de kramsvogel heeft de koperwiek een lichte wenkbrauwstreep en ook vanuit de snavel loopt een lichte baan richting de nek. Hun gepriet klinkt heel anders dan het tjakken van de Kramsvogel.
Wanneer houdt die regen nou eens op, want ik wil weer speuren naar dit bonte gezelschap. Om betere foto’s te maken dit jaar. Dat zou toch moeten lukken, nu ik ze vorig herfst en winter zo goed heb leren kennen.