“PING” zegt mijn WhatsApp, een bericht van Peter.
“Oké, ik dacht, ik pin mijn locatie even omdat jij altijd wil weten waar ze zijn.”
Tijdens een kanotochtje in Leusden werd hij zomaar ingehaald door… Een IJsvogel!
Op de een of andere manier ziet hij ze bij de vleet. Bij het uitlaten van de hond, als hij tijdens een telefoongesprek even thuis uit het raam kijkt, en nu dus ook al tijdens het kanoën. Heerlijk die berichtjes, maar ik krijg er ook de kriebels van. Ik wil ook een IJsvogel zien!
In de buurt waar ik woon zitten ook IJsvogels. Dat staat op een bordje langs de vaart achter mijn huis. Ook rondom verschillende forten van de Hollandse Waterlinie is de soort te vinden, en in wijkparken waar steile oeverwanden zijn waar ze kunnen broeden. Bij elke wandeling en fietstocht hoop ik op de schelle metalige roep, gevolgd door een blauwe flits over het water.
En dan, op een dag in februari, tijdens een excursie in Amersfoort met Vogelwachter Adriaan, zie ik er voor het eerst eentje rustig zitten. Op een flinke afstand, dat wel. Zonder kijker lijkt het net een stukje zwerfvuil in de struiken, maar ik ben super blij.
Iedereen moet het weten “ik heb een IJsvogel gezien”. Dat leidt onherroepelijk tot meer berichten van vrienden. Ze sturen artikelen, blogs en podcasts van vogelaars en fotografen die gegrepen zijn door dit wonderschone dier met zijn prachtige kleuren. Of nou ja, kleuren… Ik lees dat het mooie blauwe verenkleed helemaal niet blauw is, maar kleurloos. Door de structuur van de veren wordt het licht zo weerkaatst dat lijkt alsof ze blauw zijn. Ik ben verbaasd. Optische Illusie. Ik ben betoverd.
Samen met Karin, die me via Twitter (X) heeft uitgenodigd om mee te gaan fotograferen, en nog een vriend van haar zitten we in een vogelhut. Het is nog vroeg in de ochtend als de IJsvogel op bezoek komt. We zitten te stuiteren maar houden ons stil. Eerst even wachten totdat het dier zich op zijn gemak voelt en dan foto’s maken. Het is niet te geloven hoe dichtbij hij op een tak zit. Ik moet zelfs uitzoomen. Wanneer de vogel is gevlogen stuur ik een berichtje naar Peter en die reageert meteen: “Wat een mooie foto… Heb je lang op zitten azen toch?” “Jaren… en vandaag een uurtje”.
Sinds de laatste fotosessie met Tim, die ook graag deze soort mooi wil vastleggen, houdt de IJsvogel me dagelijks bezig. We hebben goed in alle rust afwisselend een mannetje en vrouwtje kunnen bekijken:
Hoe ze geconcentreerd heel lang stil kunnen zitten, hoe ze dan opeens pijlsnel naar een visje kunnen duiken, hoe de kleuren van hun veren veranderen met de lichtinval, hoe ze hun nek enorm ver kunnen draaien, hoe ze een vis tegen de tak slaan als ze die niet meteen goed kunnen doorslikken, hoe ze daarna hikkend op een takje zitten. Via een blog weet ik nu dat dat is omdat ze de graten en schubben niet kunnen verteren. Die moeten ze op een gegeven moment dus weer kwijt. En er is nog heel veel meer te ontdekken!
Het IJsvogelsprookje is nog lang niet afgelopen….