
Kemphaan - flamboyante vechter en schuwe reiziger
Kenmerken, leefgebied en gedrag
De Kemphaan is een middelgrote steltloper met een van de meest spectaculaire baltsrituelen van Europa. Het broedgedrag is uniek, met mannetjes die zich verzamelen op zogenaamde lekgebieden, waar ze met opgezette kraagveren en indrukwekkende houdingen elkaar imponeren. In Nederland is de Kemphaan tegenwoordig vooral een doortrekker, maar ooit was het een broedvogel van natte graslanden. Buiten het broedseizoen is de soort veel minder opvallend, maar nog steeds goed herkenbaar aan het forse postuur, de lange poten en de relatief korte snavel.
Mannetje met zwarte kraag
Uiterlijke kenmerken
In het voorjaar is het verschil tussen de geslachten enorm. Mannetjes tonen een flamboyant verenkleed met een kraag van lange veren in zwart, wit, rood, of gevlekt – elk individu is uniek. Vrouwtjes (ook wel ‘reeves’ genoemd) zijn veel kleiner en onopvallend bruin. In de herfst en winter is het verschil tussen de geslachten minder groot: het verenkleed is dan grijsbruin en subtiel getekend.
Twee mannetjes (links en midden) proberen een vrouwtje te imponeren (foto: Lisette Visser-Mol)
Kenmerken op een rij
- Latijnse naam: Calidris pugnax (voorheen Philomachus pugnax)
- Engelse naam: Ruff
- Lengte: 22–32 cm
- Spanwijdte: 46–58 cm
- Levensduur: tot 10 jaar
- Voedsel: insecten, wormen, spinnen, kreeftachtigen, zaden, kleine vissen, plantmateriaal
- Broedbiotoop: natte toendra, rivierdelta’s, moerassen, natte graslanden
Kemphaan man met witte kraag
Leefgebied en verspreiding in Nederland
Als broedvogel is de Kemphaan in Nederland vrijwel verdwenen. In de 20e eeuw broedde de soort nog in Groningen, Friesland en Flevoland. Tegenwoordig worden slechts sporadische broedgevallen gemeld. Als doortrekker is de soort echter nog talrijk in het voorjaar (april–mei) en in mindere mate in het najaar (juli–oktober). Belangrijke pleisterplaatsen zijn het Lauwersmeergebied, de Eempolders, Arkemheen, de Oostvaardersplassen en delen van Zuidwest-Friesland. In de figuur hieronder zie je het seizoenspatroon. In april heb je dus het meeste kans, maar ook vanaf juli zijn ze in Nederland te zien, op doortrek.

Broedgebied wereldwijd en habitatgebruik
De Kemphaan broedt in een breed gebied van Scandinavië tot diep in Rusland, vooral op de Arctische en Subarctische toendra. De voorkeur gaat uit naar natte gebieden met droge plekken om te baltsen, zoals rivierdelta’s, drassige weiden, kustvlakten en moerassen. Tijdens de trek en in de overwinteringsgebieden benut de soort uiteenlopende habitats: van modderige oevers en overstroomde akkers tot droge graslanden en savannes. Zelfs tarwevelden in Afrika worden benut.
Aantalsontwikkeling en trend in Nederland en Europa
De Kemphaan staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als ‘verdwenen of vrijwel verdwenen’. De aantallen doortrekkers dalen geleidelijk, wat past in een bredere afname binnen Europa. Toch is de wereldpopulatie nog groot: tussen de 1,5 en 10 miljoen vogels wereldwijd. De status volgens de IUCN is momenteel nog Least Concern, maar habitatverlies en intensivering van landbouw vormen blijvende bedreigingen.
In Nederland is de Kemphaan zo goed als verdwenen als broedvogel
Trekgedrag van de Kemphaan
Kemphanen zijn uitgesproken langeafstandstrekkers, met overwinteringsgebieden in West- en Centraal-Afrika. De trek in het najaar verloopt in fasen:
- Vanaf begin juli vertrekken de volwassen mannetjes, vlak na de balts.
- In augustus volgen de vrouwtjes.
- September en oktober zijn voor de juveniele vogels, die hun eerste trek ondernemen.
Tijdens de najaarstrek zijn in Nederland nog steeds duizenden vogels waar te nemen, vaak op plas-drasgebieden of agrarisch grasland. In Afrika kunnen zich zelfs enorme zwermen van honderden duizenden Kemphanen vormen.
Deze kaart geeft een indruk van gebieden waar je de Kemphaan buiten het broedseizoen kunt tegenkomen
Herkenning in het veld tijdens de najaarstrek
- Volwassen mannetjes zijn groot en stevig gebouwd, met een vrij egaal bruin-grijzig verenkleed. De opvallende kraag is verdwenen.
- Vrouwtjes zijn kleiner, slanker en wat subtieler van kleur.
- Juvenielen hebben een fris bruin kleed met een warme tekening, fijne schubjes op de rug en een contrastrijke borst. Ze zijn vaak actiever en minder schuw.
De soort kan in het veld verward worden met Tureluur, Zwarte Ruiter of zelfs Grutto’s, maar let op de snavelvorm, het gedrag en de proporties. Kemphanen bewegen zich vaak schichtig en wroeten met de snavel in de modder.

Gedrag en voeding
Kemphanen zijn bodemfoerageerders. Tijdens het broedseizoen eten ze vooral insecten zoals kevers en vliegenlarven. In andere perioden is hun dieet gevarieerd: waterinsecten, spinnen, wormen, slakjes, kleine vissen, zaden van grassen en rijst, en zelfs delen van waterplanten. Ze proberen in zachte modder met hun gevoelige snavel of pikken voedsel van het oppervlak.
De balts is bijzonder: op leks verzamelen zich drie typen mannetjes:
- Independents: kleurrijk, dominant, met een territorium.
- Satellites: witgekraagde, tolerante bijzitters.
- Faeders: zeer zeldzame mannetjes die op vrouwtjes lijken en stiekem paren.
Na de paring verlaten alle mannetjes het broedgebied. Het vrouwtje maakt het nest – een ondiepe kuil op de grond met wat gras – en broedt de 3–4 eieren 20–23 dagen uit. De jongen verlaten snel het nest en zijn na 25–28 dagen zelfstandig.
Herkenning in het veld
In de lente zijn de baltsende mannetjes onmiskenbaar. In de herfst is de herkenning subtieler. Let op het forse postuur, de relatief lange poten en de rustige, trippelende loop. De juvenielen vallen op door hun nette, fijne tekening en felle kleuring. Goed kijken naar verenkleed en gedrag maakt determinatie mogelijk.
Ondersoorten
De Kemphaan kent geen ondersoorten. De soort is monotypisch, maar het mannelijke broedkleed is buitengewoon variabel en uniek per individu.
Vrouwtjes in grasland
Bescherming en toekomst
In Nederland is de soort als broedvogel vrijwel verdwenen. Herstel van natte graslanden, vermindering van intensieve landbouw, en behoud van plas-drasgebieden zijn cruciaal voor de toekomst van deze soort. Internationaal is de status nog ‘Least Concern’, maar het tempo van achteruitgang baart zorgen. Internationale samenwerking langs de trekroute is essentieel.
Interessant om te weten
- Kemphanen vormen geen paarbanden. Eén mannetje paart met meerdere vrouwtjes.
- De zeldzame faeder-mannetjes profiteren van hun onopvallendheid door ongemerkt te paren.
- Tijdens de voorjaarstrek kunnen er nog tienduizenden vogels door Nederland trekken.
- De Kemphaan is een voorbeeld van extreme seksuele selectie: uiterlijk en gedrag bepalen volledig het succes van een mannetje
Wil je meer leren over Kemphanen en andere trekvogels? Ga dan een keer mee op excursie.
Kenmerken, leefgebied en gedrag
De Kemphaan is een middelgrote steltloper met een van de meest spectaculaire baltsrituelen van Europa. Het broedgedrag is uniek, met mannetjes die zich verzamelen op zogenaamde lekgebieden, waar ze met opgezette kraagveren en indrukwekkende houdingen elkaar imponeren. In Nederland is de Kemphaan tegenwoordig vooral een doortrekker, maar ooit was het een broedvogel van natte graslanden. Buiten het broedseizoen is de soort veel minder opvallend, maar nog steeds goed herkenbaar aan het forse postuur, de lange poten en de relatief korte snavel.
Mannetje met zwarte kraag
Uiterlijke kenmerken
In het voorjaar is het verschil tussen de geslachten enorm. Mannetjes tonen een flamboyant verenkleed met een kraag van lange veren in zwart, wit, rood, of gevlekt – elk individu is uniek. Vrouwtjes (ook wel ‘reeves’ genoemd) zijn veel kleiner en onopvallend bruin. In de herfst en winter is het verschil tussen de geslachten minder groot: het verenkleed is dan grijsbruin en subtiel getekend.
Twee mannetjes (links en midden) proberen een vrouwtje te imponeren (foto: Lisette Visser-Mol)
Kenmerken op een rij
- Latijnse naam: Calidris pugnax (voorheen Philomachus pugnax)
- Engelse naam: Ruff
- Lengte: 22–32 cm
- Spanwijdte: 46–58 cm
- Levensduur: tot 10 jaar
- Voedsel: insecten, wormen, spinnen, kreeftachtigen, zaden, kleine vissen, plantmateriaal
- Broedbiotoop: natte toendra, rivierdelta’s, moerassen, natte graslanden
Kemphaan man met witte kraag
Leefgebied en verspreiding in Nederland
Als broedvogel is de Kemphaan in Nederland vrijwel verdwenen. In de 20e eeuw broedde de soort nog in Groningen, Friesland en Flevoland. Tegenwoordig worden slechts sporadische broedgevallen gemeld. Als doortrekker is de soort echter nog talrijk in het voorjaar (april–mei) en in mindere mate in het najaar (juli–oktober). Belangrijke pleisterplaatsen zijn het Lauwersmeergebied, de Eempolders, Arkemheen, de Oostvaardersplassen en delen van Zuidwest-Friesland. In de figuur hieronder zie je het seizoenspatroon. In april heb je dus het meeste kans, maar ook vanaf juli zijn ze in Nederland te zien, op doortrek.
Broedgebied wereldwijd en habitatgebruik
De Kemphaan broedt in een breed gebied van Scandinavië tot diep in Rusland, vooral op de Arctische en Subarctische toendra. De voorkeur gaat uit naar natte gebieden met droge plekken om te baltsen, zoals rivierdelta’s, drassige weiden, kustvlakten en moerassen. Tijdens de trek en in de overwinteringsgebieden benut de soort uiteenlopende habitats: van modderige oevers en overstroomde akkers tot droge graslanden en savannes. Zelfs tarwevelden in Afrika worden benut.
Aantalsontwikkeling en trend in Nederland en Europa
De Kemphaan staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als ‘verdwenen of vrijwel verdwenen’. De aantallen doortrekkers dalen geleidelijk, wat past in een bredere afname binnen Europa. Toch is de wereldpopulatie nog groot: tussen de 1,5 en 10 miljoen vogels wereldwijd. De status volgens de IUCN is momenteel nog Least Concern, maar habitatverlies en intensivering van landbouw vormen blijvende bedreigingen.
In Nederland is de Kemphaan zo goed als verdwenen als broedvogel
Trekgedrag van de Kemphaan
Kemphanen zijn uitgesproken langeafstandstrekkers, met overwinteringsgebieden in West- en Centraal-Afrika. De trek in het najaar verloopt in fasen:
- Vanaf begin juli vertrekken de volwassen mannetjes, vlak na de balts.
- In augustus volgen de vrouwtjes.
- September en oktober zijn voor de juveniele vogels, die hun eerste trek ondernemen.
Tijdens de najaarstrek zijn in Nederland nog steeds duizenden vogels waar te nemen, vaak op plas-drasgebieden of agrarisch grasland. In Afrika kunnen zich zelfs enorme zwermen van honderden duizenden Kemphanen vormen.
Deze kaart geeft een indruk van gebieden waar je de Kemphaan buiten het broedseizoen kunt tegenkomen
Herkenning in het veld tijdens de najaarstrek
- Volwassen mannetjes zijn groot en stevig gebouwd, met een vrij egaal bruin-grijzig verenkleed. De opvallende kraag is verdwenen.
- Vrouwtjes zijn kleiner, slanker en wat subtieler van kleur.
- Juvenielen hebben een fris bruin kleed met een warme tekening, fijne schubjes op de rug en een contrastrijke borst. Ze zijn vaak actiever en minder schuw.
De soort kan in het veld verward worden met Tureluur, Zwarte Ruiter of zelfs Grutto’s, maar let op de snavelvorm, het gedrag en de proporties. Kemphanen bewegen zich vaak schichtig en wroeten met de snavel in de modder.
Gedrag en voeding
Kemphanen zijn bodemfoerageerders. Tijdens het broedseizoen eten ze vooral insecten zoals kevers en vliegenlarven. In andere perioden is hun dieet gevarieerd: waterinsecten, spinnen, wormen, slakjes, kleine vissen, zaden van grassen en rijst, en zelfs delen van waterplanten. Ze proberen in zachte modder met hun gevoelige snavel of pikken voedsel van het oppervlak.
De balts is bijzonder: op leks verzamelen zich drie typen mannetjes:
- Independents: kleurrijk, dominant, met een territorium.
- Satellites: witgekraagde, tolerante bijzitters.
- Faeders: zeer zeldzame mannetjes die op vrouwtjes lijken en stiekem paren.
Na de paring verlaten alle mannetjes het broedgebied. Het vrouwtje maakt het nest – een ondiepe kuil op de grond met wat gras – en broedt de 3–4 eieren 20–23 dagen uit. De jongen verlaten snel het nest en zijn na 25–28 dagen zelfstandig.
Herkenning in het veld
In de lente zijn de baltsende mannetjes onmiskenbaar. In de herfst is de herkenning subtieler. Let op het forse postuur, de relatief lange poten en de rustige, trippelende loop. De juvenielen vallen op door hun nette, fijne tekening en felle kleuring. Goed kijken naar verenkleed en gedrag maakt determinatie mogelijk.
Ondersoorten
De Kemphaan kent geen ondersoorten. De soort is monotypisch, maar het mannelijke broedkleed is buitengewoon variabel en uniek per individu.
Vrouwtjes in grasland
Bescherming en toekomst
In Nederland is de soort als broedvogel vrijwel verdwenen. Herstel van natte graslanden, vermindering van intensieve landbouw, en behoud van plas-drasgebieden zijn cruciaal voor de toekomst van deze soort. Internationaal is de status nog ‘Least Concern’, maar het tempo van achteruitgang baart zorgen. Internationale samenwerking langs de trekroute is essentieel.
Interessant om te weten
- Kemphanen vormen geen paarbanden. Eén mannetje paart met meerdere vrouwtjes.
- De zeldzame faeder-mannetjes profiteren van hun onopvallendheid door ongemerkt te paren.
- Tijdens de voorjaarstrek kunnen er nog tienduizenden vogels door Nederland trekken.
- De Kemphaan is een voorbeeld van extreme seksuele selectie: uiterlijk en gedrag bepalen volledig het succes van een mannetje
Wil je meer leren over Kemphanen en andere trekvogels? Ga dan een keer mee op excursie.